Fruits de mer

20-10-2018 Fruits de Mer

Fruits de mer van A tot Z

Geluk is een grote schaal zeevruchten aan de Côte. Met meer oesters, langoustines, bulots en palourdes dan je op kunt… Welke soorten fruits de mer zijn er precies? En hoe eet je ze?

Een koud glas pinot blanc. Gezouten boter en pain de seigle. Er daar komt de ober, met een gigantisch plateau de fruits de mer. Een van de weinige schranspartijen waar je je achteraf (bijna) schuldig over hoeft te voelen. Weinig calorieën en nog heel gezond ook. Er bestáát een Dieetgod.

Fruit de mer van A tot Z

‘R in de maand’: Franse oorsprong

Het oude gebruik om oesters en mosselen pas te eten als de R komt uit Frankrijk. In 18e eeuw waren er zoveel dodelijke voedselvergiftigingen aan het Franse hof dat de koning ingreep. In 1759 bepaalde Lodewijk XV dat fruits de mer alleen nog van november tot april gegeten mochten worden, als het buiten koud genoeg was om ze veilig te vervoeren.

Schelp- en schaaldieren op een plateau de fruits de mer:

Huîtres – oesters

Oesters bestaan in veel soorten en maten (lees ook dit artikel), maar op de meeste Franse schalen met zeefruit liggen enkele fines de claires, creuses en/of spéciales in maatje 3.Hoe eten? Heerlijk opslurpen uit de schelp. Het oestervocht (geen zeewater..!) kun je eerst weggieten, maar dat hoeft niet.

Crevettes – garnalen 

Joekels van gekookte cervettes roses (roze garnalen) horen ook op een klassiek plateau de fruits de mer. Het gaat daarbij om lokale garnalen uit de koude Noord-Atlantische Oceaan en daarom hebben ze zo’n heerlijk stevige bite. Soms staat er ook een klein schaaltje crevettes grises (onze Noordzeegarnalen) bij, maar opvallend genoeg zijn die in Frankrijk nooit gepeld.

Langoustines – zeekreeftjes

Kleine kreeftjes (foto onder) die in bouillon of zout water gekookt zijn. Hoe eten? Je pelt ze zoals een garnaal: kop eraf breken en het pantser openen en verwijderen, gewoon met je blote handen. Sommige mensen kraken nog even met hun tanden op de scharen, waar ook nog vlees in zit, maar dat is niet zonder risico voor je vullingen.

Bulots – wulken

Deze grote zwarte zeeslakken (rechts op de foto hieronder) zijn ook een standaardingrediënt van een plateau, alleen al omdat ze relatief goedkoop zijn. Hoe eten? Je haalt ze met een pin of smal lang vorkje uit hun schelp. Meestal  worden ze geserveerd met een schaaltje verse mayonaise of aioli in het Zuiden.

Bigornaux – alikruiken

Kleine zwarte schelpen (links op onderstaande foto)  waarvoor je van een speld nodig hebt.

 

Palourdes – venusschelpen (vongole)

Meestal zijn palourdes gekookt, maar soms liggen ze rauw op de schaal – een teken dat ze extra vers zijn.  

Tourteau – Noorzeekrab

Een andere usual supect is de krab (uit Bretagne en Normandië), waarvan vaak een half exemplaar of een paar poten op de schaal ligt.  In de lente en zomer wordt hij vaak vervangen door een araignée de mer (zeespin), die wat minder vlees maar wel meer smaak heeft. Hoe eten? Nu heb je gereedschap nodig:  met de ‘notenkraker’ op tafel, kraak je het pantser zodat je met een vork het krabvlees kunt verwijderen.

Homard – kreeft

Op de duurde plateau’s ligt een halve kreeft. Het menu vermeldt in principe waar deze vandaan komt: in de betere brasseries natuurlijk uit Bretagne – de beste – maar het kan ook homard américain of canadien zijn… Hoe eten? Ook hier heb je de tang en de dunne lange vork nodig om al het vlees te bereiken, de pince(schaar) van de kreeft is immers het lekkerste deel.

Coquilles Saint-Jacques – sintjakobsschelpen

Nog zo’n chique plusoptie: sint-jakobsschelpen die alleen op de luxere schalen ligt. De beste worden met de hand opgedoken bij Boulogne-sur-Mer en Bretagne levert ook bekende coquilles. Gewoon eten met mes en vork.

En ook: 

Amandes de mer (zee-amandel): grote schelp met dik stevig vlees, uit de Middellandse Zee.
Couteaux (scheermessen of mesheften): vaak opgebakken met wat knoflook.
Moules (mosselen) komen vaak van de Atlantische kust (Charente-Maritime, Pays de la Loire) of uit Normandië, waar ze op bouchots (houten palen in zee) groeien. Bij eb staan ze dus een tijdje droog en dat zorgt voor een andere – mildere – smaak dan onze Zeeuwse mosselen.

 

Bron: www.frankrijk.nl

Vorige Volgende